Homepage > Arrangements > Music Datasheet

"It Might As Well Be Spring"

ALGEMENE INFORMATIE
Titel It might as well be spring
ComponistR. Rodgers (arr: F.G.J. Absil)
Instrum. Harmonieorkest (symfonisch blaasorkest)
Datum1999
Duur4'25
StijlLatin - Mambo
ToonsoortC - F - Ab
Maatsoort 2/2",
Aantal maten199
Tempo76 - 102 BPM
Graad5

BEZETTING / ORKESTSTEMMEN

A musical score excerpt
  • Piccolo, Fluit 1-2, Hobo 1-2, Fagot 1-2, Eb Klarinet, Bb Klarinet 1-2-3, Basklarinet;
  • Altsaxofoon 1-2, Tenorsaxofoon 1-2, Baritonsaxofoon;
  • Hoorn in F 1-2-3-4, Trompet 1-2-3-4, Trombone 1-2-3-4, Bariton 1-2-3, Tuba (Eb en Bb Bas);
  • Gitaar, Keyboard, Contrabas (Akoestische Bas) of Basgitaar, Drums;
  • Pauken, Slagwerk (1 speler: bar chimes, claves, shaker, grote trom, congas, maracas, guiro, timbales), Mallets (xylofoon, marimba, vibrafoon).

BESCHRIJVING EN TIPS VOOR DE UITVOERING

Karakteristiek voor deze bewerking van `It might as well be spring', (het tweede deel uit de Seasonal Songs cyclus) zijn het snelle tempo, de uitbundige Latin stemming en de snel opvolgende toonsoortwisselingen. Het stuk opent met een langzame inleiding met aangehouden akkoorden in het koper, klarinet arpeggio's en lentevogel fluitmotiefjes (zie m. 1-16), met een knipoog naar Beethovens Pastorale en Ravel's Daphnis en Chloé. Hierna ontluikt de lente pas echt met een Latin mambo (met slagwerk, lead tenorsaxofoon en glissando akkoorden in trombones).

Voor het tweede statement verschuift de hoofdrol naar de hoge houtblazers (zie vanaf m. 43), met montuno riff patronen in het overige hout en harmon mute gestopte trompetten. Naarmate het stuk vordert, wordt de stemming alsmaar uitbundiger met de inzet van saxofoons en koper (zie vanaf m. 50) en een opbouw naar een climax; zie de bridge vanaf m. 64 en de slotfrase van de eerste chorus vanaf m. 75, met hoge unisono trompetten.

Het middendeel, vanaf m. 103, is een korte solo voor timbales, met antwoorden door het gehele orkest (zie vanaf m. 110). Na een aantal herhalingen van dit idee, steeds een hele toon hoger, keert de hoofdmelodie terug. In de bridge van het thema zit nog een citaat uit Wagners Siegfried (m. 147). Deze laatste chorus mondt uit in een tutti, fortissimo climax (zie de hoge unisono trompetten en hoorns vanaf m. 182).

In dit stuk hebben de ritmesectie en de Latin slagwerkgroep de uitdaging om zich qua dynamiek steeds aan te passen aan dit op zich levendige arrangement.

Concertuitvoering

Dit arrangement is uitgevoerd door de Marinierskapel der Koninklijke Marine (Dirigent: Peter Kleine Schaars).