Homepage > Compositions > Music Datasheet
"Suspension and Bridge"
| ALGEMENE INFORMATIE | |
|---|---|
| Titel | Suspension and Bridge |
| Componist | F.G.J. Absil |
| Instrum. | Harmonieorkest (Symfonisch blaasorkest) |
| Datum | 2000 |
| Duur | 5'30 |
| Stijl | Ballad |
| Toonsoort | Bb |
| Maatsoort | 4/4 |
| Aantal maten | 89 |
| Tempo | 54 - 96 - 50 BPM |
| Graad | 4 |
BEZETTING / ORKESTSTEMMEN
- Fluit 1-2, Hobo 1-2, Fagot 1-2, Eb Klarinet, Bb Klarinet 1-2-3, Basklarinet;
- Altsaxofoon 1-2, Tenorsaxofoon 1-2, Baritonsaxofoon;
- Hoorn in F 1-2-3-4, Trompet 1-2-3, Trombone 1-2-3-4, Bariton 1-2-3, Tuba;
- Gitaar, Keyboard, Contrabas (Akoestische Bas) of Basgitaar, Drums;
- Pauken, Slagwerk (1 speler: suspended, triangel), Mallets (vibrafoon).
BESCHRIJVING EN TIPS VOOR DE UITVOERING
De titel Suspension and Bridge heeft een dubbele betekenis. Aan de ene kant herinnert de vorm van deze ballad aan een hangbrug (suspension bridge): drie delen in 4/4 (de brugdekken, startend op [A], [F] en [I]) worden ondersteund door de twee pijlers in 3/4 (torens, waaraan de kabels opgehangen zijn, startend op [D] en [H]). Aan de andere kant is de melodie geharmoniseerd met vele overgebonden dissonanten (suspensions) en voorhoudingen (appoggiaturas).
Het hoofdthema (drie keer gepresenteerd, vanaf m. 8, m. 49 en m. 73) is in driedelige vorm (aba'), wordt elke keer anders geharmoniseerd (met veel chromatiek) en vraagt om een brede, gedragen en rubato uitvoering. Als contrast zijn er de lichtere bridge delen met 16de notenfiguren en imitatie (zie bijvoorbeeld m. 32-48 en m. 63-72). Het laatste statement van het hoofdthema maakt een zijstap naar de subdominant en bevat een majestueus orkestraal tutti. Samenvattend: dit is een stuk met behapbare moeilijkheidsgraad en een uitdagend spectrum aan klankkleuren.