Homepage > Compositions > Music Datasheet
"Lightweight Concerto in F"
ALGEMENE INFORMATIE | |
---|---|
Titel | Lightweight Concerto in F |
Componist | F.G.J. Absil |
Instrumen. | Harmonieorkest/Fanfare |
Datum | 29 Mei 2002 |
Duur | 3'55 |
Stijl | Mars - Symfonisch |
Toonsoort | F |
Maatsoort | 4/4 |
Aantal maten | 105 |
Tempo | 120 BPM |
Graad | 3 |
BEZETTING / ORKESTSTEMMEN
VERSIE VOOR HARMONIEORKEST:
- Piccolo, Fluit 1-2, Hobo 1-2, Fagot 1-2, Eb Klarinet, Bb Klarinet 1-2-3, Basklarinet;
- Altsaxofoon 1-2, Tenorsaxofoon 1-2, Baritonsaxofoon;
- Hoorn in F 1-2-3-4, Trompet 1-2-3-4, Trombone 1-2-3-4, Bariton 1-2, Tuba (Eb en Bb Bas);
- Gitaar, Keyboard, Contrabas (Akoestische Bas) of Basgitaar, Drums;
- Pauken, Slagwerk (grote trom, bekkens, kleine trom, triangel), Mallets (vibrafoon);
VERSIE VOOR FANFARE:
- Sopraansaxofoon, Altsaxofoon 1-2, Tenorsaxofoon 1-2, Baritonsaxofoon;
- Bugel in Eb, Flugelhorn 1-2-3, Hoorn in F 1-2-3-4, Trompet 1-2-3-4;
- Bariton 1-2, Euphonium, Trombone 1-2-3-4, Eb Bas, C Bas;
- Gitaar, Keyboard, Contrabas (Akoestische Bas) of Basgitaar, Drums;
- Pauken, Slagwerk (grote trom, bekkens, kleine trom, triangel), Mallets (vibrafoon).
BESCHRIJVING EN TIPS VOOR DE UITVOERING
Dit Lightweight Concerto in F is een relatief conventioneel stuk met marskarakter (zie vanaf m. 5, met trompet lead en trillers in de houtblazers) en een klassiek aandoend middendeel (zie m. 53-71), dat naar een climax voert, waarna het marsthema terugkeert. Het hoofdthema heeft een ABAB vorm met contrastrerende frases (zie de lichtere B1 frase vanaf m. 9, en de B2 frase vanaf m. 35, die een tegenstelling vormen voor het overture-achtige A motief).
In het middendeel horen we de doorwerking van een nieuw thema, dat voor het eerst klinkt in m. 53-56, en dat rijk is aan tussenmodulaties naar andere toonsoorten. Na de climax in m. 69-70 keert het hoofdthema terug, nu met een gewijzigde harmonisatie en instrumentatie. De laatste keer (m 90-93) klinkt het in een lager, waardiger tempo, als aanloop naar een 'full-blown' afsluiting in het oorspronkelijke tempo (120 BPM).
De partituur schrijft een ritmesectie voor, maar een uitvoering door een traditioneel bezet blaasorkest is voldoende voor een volledig klankbeeld. De moeilijkheidsgraad is gemiddeld.