"Autumn Leaves"

BEZETTING / ORKESTSTEMMEN

• Piccolo, Fluit 1-2, Hobo 1-2 (Althobo), Fagot 1-2, Eb Klarinet, Bb Klarinet 1-2-3, Basklarinet;
• Altsaxofoon 1-2, Tenorsaxofoon 1-2, Baritonsaxofoon;
• Hoorn in F 1-2-3-4, Trompet 1-2-3-4, Trombone 1 (Solo, met uitgeschreven solo in de partituur), Trombone 2-3-4, Bariton 1-2-3, Tuba (Eb en Bb Bas);
• Gitaar, Piano (E.Piano), Contrabas (Akoestische Bas) of Basgitaar, Drums;
• Pauken, Slagwerk (triangel), Mallets (xylofoon, vibrafoon).

BESCHRIJVING EN TIPS VOOR DE UITVOERING

Kenmerkend voor Autumn Leaves, het laatste deel uit de Seasonal Songs, is de confrontatie van het klassieke blaaskwintet (zie het intro en het coda) met een swingende big band met solo lead trombone (zie de up-tempo swing vanaf m. 22).

Het blaaskwintet speelt als inleiding een fuga (zie m. 1) met een thema dat van de hoofdmelodie is afgeleid. Het stretto is gebaseerd op de vier eerste tonen van de Autumn melodie. Dan neemt de solist op trombone het over (zie m. 22) en start de swing, eerst met alleen blazers en drum als achtergrond, later met de complete ritmesectie en klarinetten.

Het orkest schuift met een fortissimo tutti de trombone naar voren in een solo improvisatie (de partituur bevat een uitgeschreven voorbeeld, zie het fragment vanaf m. 110). Alle blazersaccenten en achtergrondjes zijn gebaseerd op het Autumn motief (soms in de omkering). Na de solo volgt een ingewikkelde stop chorus voor de volledige kopergroep (met alleen een piccolo toegevoegd, zie vanaf m. 121). De klankkleur van het blaasorkest keert terug in een chorus met straight 8ths (rechte, niet-swingende 8ste noten, zie vanaf m. 163) en vloeiende legato triolen in de houtblazers.

Na een korte ritmische zijsprong naar een 3/4 maatsoort (zie vanaf m. 161) keert de up-tempo swing terug, met nogmaals de trombone lead. In het coda klinkt een laatste statement van het blaaskwintet, waarna de herfstbladeren er door het gehele orkest afgeblazen worden.

• Home |
• Top of Page